Over valkuilen en bruggen

In dit kennis item neem ik je mee in mijn ervaringen bij het invoeren en opschalen van een digitale toetsen. Ik hoop dat dit zal aanmoedigen om de implementatie van de digitale toetsomgeving zeer goed voor te bereiden. Techniek is ten slotte maar een heel beperkt onderdeel van een succesvolle digitale toetsoplossing. De beleving van hoe de techniek ‘mee werkt’ en faciliteert in het afnemen van digitale toetsen, dat is de heilige graal.

Enthousiast beginnen, maar dan?

We hebben het vaker gezien: Vanuit een enthousiaste groep docenten met technische affiniteit, ontstaat het idee om toetsen niet langer op papier af te nemen. Immers de voordelen, zo wordt geschetst, zijn bijna eindeloos en met een kleine investering kan al een hoop bereikt worden.

Fast forward naar het gebruiken van de toetsoplossing. Docenten blijken toch wel erg druk en digitaal toetsen vraagt behoorlijk meer dan verwachte inspanning in voorbereidingen testen. In het OER staan allerlei voorwaarden waaronder digitaal getoetst mag worden. Ook iets waar we rekening mee moeten houden.

Alles waar je niet bij stil stond

Lokalen blijken niet zomaar spiek-proof te maken. En toetsen met digitale middelen zorgt ook voor andere vragen tijdens de toets. Ik ben mijn liniaal vergeten, wordt: Mijn computer laat de juiste toets niet zien. Kan de surveillant de student nog wel helpen?

En wat te denken van de keuzes die allemaal in het voortraject gemaakt moeten worden? Gaan we toetsen op laptops van de leerlingenzelf? Kunnen we het School netwerk  (bijvoorbeeld Eduroam) gebruiken of is het beter om een toetsnetwerk te maken? Welke eisen stelt de examencommissie eigenlijk aan fraude preventie. En mogen die preventieve maatregelen(proctoring) eigenlijk wel vanuit de AVG en privacy wetgeving?

Antwoorden vanuit ervaring

Vanuit onze ervaring met de implementatie van digitaal toetsen en (meer specifiek) met het implementeren van applicatief toetsen, kunnen we op al deze vragen (en meer), in samenwerking met de beleidsmakers, docenten, IT afdeling, onderwijskundigen en toezichthouders, de antwoorden bepalen. In de voor uw onderwijsinstelling geldende context.

‍